Binnen onze bewustzijnsniveaus manifesteren zich twee fundamentele aspecten van ons zijn: ziel en ego.
De ziel is het portaal waardoor bewustzijn jouw leven binnenkomt. Zij is je verbinding met de spirituele en onstoffelijke wereld. Zij is je essentie, de absolute waarheid van jouw wezen. Essentie is zuiverheid. Essentie is, net als water, een geconcentreerde, pure substantie of energie. Wanneer deze substantie of energie aan iets anders wordt toegevoegd, brengt zij dat ‘iets’ tot leven. Omdat de ziel essentie is, breng jij alles waarvan jij de ziel benadert, tot leven. En als je vanuit je ziel betrokken bent bij een activiteit, taak, project of relatie, geef je dat leven. Je ziel leeft tegelijkertijd zowel in je fysieke lichaam als in je bewustzijn. Om een term uit de kwantumfysica te gebruiken: de ziel is niet-lokaal, wat betekent dat zij overal in de tijd en ruimte gelijktijdig bestaat. Daarom is de ziel je brug naar bewustzijn. Ze ziet en begrijpt het grote plaatje van het leven. De energie van de ziel is enorm en overvloedig. Haar diepste verlangen is haar grootste potentieel te kennen en te ervaren. Haar natuurlijke staat is creatie en evolutie. Ze gedijt bij avontuur, leren, ontdekken en groeien.
Het ego, aan de andere kant, manifesteert zich via je fysieke lichaam, je persoonlijkheid, je talenten en vaardigheden – de aspecten van jou die verbonden zijn met de stoffelijke wereld. Het is het deel van jou dat denkt en dat zich onderscheidt van waarover het denkt. Het is het deel van jou dat de buitenwereld ervaart en erop reageert, dat zaken organiseert, plannen maakt en dingen voor elkaar krijgt. De primaire verantwoordelijkheid van het ego is te zorgen dat jij overleeft. Het is zijn taak om er zeker van te zijn dat niets jouw welzijn bedreigt, en te doen wat nodig acht, zodat in al je fysieke en emotionele behoeften wordt voorzien. Daarom gedijt het ego bij veiligheid, zekerheid en garanties.
Ondanks zijn grote verantwoordelijkheid voor jouw veiligheid en welzijn is het egobewustzijn beperkt tot wat beschikbaar is vanuit je zintuigen – wat het kan zien, horen, voelen, proeven en ruiken. Het is zich niet gewaar van er nog meer gebeurt. Het ego heeft alleen de beschikking over het rationele denkproces, en als de rationele geest iets niet kan zien of aanraken, zal het ego zeer sceptisch zijn over het bestaan ervan. Het ego wantrouwt alles wat niet concreet met de fysieke zintuigen kan worden ervaren. Daarom heeft het grote moeite te begrijpen dat er zoiets als een ziel bestaat. Het ego kan zich heel onprettig voelen bij ideeën over avontuur, groei en ontdekking. Het neigt ertoe alles verdacht te vinden wat het nog niet eerder ervaren heeft of waarvan het nog niet, zonder spoortje twijfel, zeker weet dat het veilig is.
Het ego krijgt veel kritiek bij het maken van ‘slechte’ keuzes of bij zijn zelfzucht of arrogantie. Bedenk echter dat het de enorme klus opgedragen heeft gekregen om jou te beschermen en ervoor te zorgen dat jij veilig bent. Dan begrijp je misschien dat het ego gewoon probeert op de beste manier die het kent – of misschien de enige manier die het kent – zijn werk te doen. Als het ego weerstand opwerpt, of egocentrisch wordt, of probeert de situatie over te nemen, doet het dat – vanuit zijn beperkte perspectief – om jouw voortbestaan en jouw succes in de stoffelijke wereld te waarborgen.
Het ego begrijpt hoe deze wereld in elkaar steekt. Het weet alles over de regels en structuren van het dagelijks leven, omdat die regels door andere ego’s zijn ontworpen om een ruimte te creëren, waarin zij in relatieve overeenstemming kunnen samenwerken. Het ego weet echter niets van de onmetelijke, onzichtbare, onstoffelijke domeinen van bewustzijn. In feite is het ego daar erg bang voor, omdat ze voor hem volkomen onbekend zijn. De ziel daarentegen, weet niets van de regels en structuren van het dagelijks leven, maar is helemaal thuis in de uitgestrektheid van de mogelijkheden, in het ongelooflijk uitgestrekte domein van bewustzijn en in het verkennen van het onbekende. Zonder het ego als de stoffelijke component van ons wezen, kan de ziel niet in het stoffelijke domein leven. En zonder de expansie van de ziel ontbreekt het aan geïnspireerde richting voor het ego. Daarom heeft de ziel het ego nodig - om ervaring in de stoffelijke wereld op te doen. En het ego heeft de ziel nodig – voor het ‘grotere plaatje’ van het geheel.
Ondanks dat het ego een zeer beperkt bewustzijn heeft, geven wij het enorme verantwoordelijkheden en hebben wij grote verwachtingen daarbij. Wij verwachten zelfs dat het de ziel ondersteunt en voedt. Omdat echter de ziel een groter bewustzijn heeft, is het in werkelijkheid aan de ziel om het ego te omarmen. Hoe meer de ziel het ego kan voeden, diens lessen en groei ondersteunt en het de geruststelling geeft die het nodig heeft, des te meer het ego vertrouwen kan krijgen in de ziel en haar grote ideeën en wensen. Hoe meer zekerheid het ego kan krijgen dat groei, transformatie en evolutie
tot nog meer welzijn, veiligheid en succes zullen leiden, des te meer het bereid zal zijn zich over te geven aan het leiderschap van de ziel en des te meer het nieuwe gebieden zal willen verkennen en in het onbekende willen stappen.
Minstens één keer in je leven ben je waarschijnlijk ongelooflijk opgewonden geweest over een grote stap die jij op het punt stond te zetten, zoals een carrière-switch, een verre reis, een verhuizing. Je ziel keek enorm uit naar deze stap en naar de nieuwe mogelijkheden die zich zouden aandienen. Maar net toen je op het punt stond de sprong te wagen schreeuwde een innerlijk stem: “Ben je gek geworden? Besef je wel welke risico’s je neemt?” Of: “Je raakt al je geld kwijt”, of: “Je partner gaat dit nooit goed vinden”, of: “De mensen zullen denken dat je je verstand hebt verloren”. Het ego kan uit wanhoop talloze argumenten aanvoeren om je vast te houden in een manier van leven die het veilig vindt.
Op dergelijke momenten, als wij geen inzicht hebben in zowel het beperkte bewustzijn van het ego en zijn diepe behoefte aan zekerheid als de ziel, trekken wij ons jammer genoeg terug uit het grote avontuur. We manoeuvreren onszelf weg van datgene waar de ziel zo naar verlangt. Maar als wij terugkeren naar het ‘veilige’ leven, waar de dingen bekend en voorspelbaar zijn, voelen we ons alsof er diep van binnen een stukje van ons is doodgegaan.
Toch is er een andere manier. Als het ego op de rem trapt, kunnen we even stilstaan bij de vraag of er niet iets van wat het zegt, waar is. We kunnen nagaan of we niet iets over het hoofd hebben gezien of niet in aanmerking hebben genomen. Als wij dan moeten erkennen dat het ego een aantal legitieme zorgen heeft, kunnen we de tijd nemen om die alsnog aan te pakken. Wij kunnen echter ook inzien dat het ego vanuit angst handelt of dat het risico van het niet van start gaan met het nieuwe leven groter is dan het risico om iets uit het heden te verliezen. Dan heeft de ziel de taak om haar armen om het ego heen te slaan en te zeggen: “Luister, ik weet dat je bang bent. Dat is goed. Ik begrijp het. We gaan ergens heen waar jij nog nooit bent geweest. Maar ik heb een groter beeld gezien dan jij. Ik ben er vrij zeker van dat het allemaal goed komt. En ik heb je hulp nodig. Ik kan dit niet alleen. Jij bent zo belangrijk voor deze onderneming. Ik heb jouw uitstekende organisatorische vaardigheden nodig om dit mogelijk te maken. Haal dus diep adem, want we gaan het toch doen”. En dan duiken we erin. Spoedig zijn we op de nieuwe plek of pakken we iets op een andere manier aan, en het ego zal zich realiseren dat er niets vervelends is gebeurd. Het begint te leren de ziel te vertrouwen.
Na verloop van tijd komen we opnieuw bij een grote stap. Het ego kan opnieuw bang worden. Het herinnert zich misschien dat bij de eerste sprong alles goed bleek te gaan, maar weet nog niet helemaal zeker of dat nu ook het geval zal zijn. Nogmaals zal de ziel haar armen rond het ego sluiten, vragen wat het nodig heeft en geruststellend zeggen: “Ik heb het grotere plaatje gezien, en ik denk dat het echt goed zal gaan. Jouw kennis en vaardigheden zijn weer erg belangrijk. Ik kan het niet zonder jou. Haal dus diep adem, daar gaan we”. Na enige tijd realiseert het ego zich andermaal dat er niets vervelends is gebeurd. In feite is het eigenlijk aan het genieten van het nieuwe leven. Zijn vertrouwen in de ziel verdiept zich. Een dynamisch en krachtig partnerschap is geboren – met de ziel als visionair en het ego als strateeg. Samen kunnen zij inzichten tot leven brengen en tot actie overgaan.
Stap voor stap kan het ego worden omgevormd: van een op angst gebaseerd bewustzijn dat vecht om te overleven en succesvol te zijn tot ‘de handen en voeten’ van je ziel. Het kan het voertuig worden door middel waarvan de ziel haar missie kan volbrengen. In feite kan de ziel haar missie niet vervullen totdat het ego zich veilig genoeg voelt om de ziel te vertrouwen en zich over te geven aan haar leiderschap. Het is aan de ziel het ego te voeden en te helpen groeien en rijpen. Het is aan de ziel om de grootste vaardigheden en capaciteiten van het ego te herkennen en te erkennen, diens verdere ontwikkeling te stimuleren en het op te roepen om in dienst te staan van iets groters. Terwijl het ego tot rijping komt bloeit het in zijn grootsheid en realiseert het zijn volledige potentieel als partner bij niet alleen de krachtige creatie van jouw leven, maar ook bij het afleveren van jouw unieke geschenken aan de wereld.
Je bent deze manier van denken over het ego misschien niet gewend. Wanneer we ons echter openstellen voor ons grootste potentieel, dan kan dat potentieel alleen volledig verwezenlijkt worden als onze open ziel zich inzet en een krachtig en weergaloos ego de ziel dient. Het is cruciaal dat de ziel de weg wijst omdat zij over het perspectief van het grotere geheel beschikt. Omdat de ziel in het bewustzijn van het grotere plaatje leeft en weet dat zij een deel van een veel groter geheel is kan zijn met helderheid en bescheidenheid leiding geven. Figuurlijk gesproken zal de ziel de kapitein op het schip moeten zijn; het ego vormt haar bekwame bemanning. De ziel heeft gevoel voor visie en richting en het ego weet die visie in praktijk te brengen. Maar wanneer het ego de ziel als kapitein overneemt, komen we in moeilijkheden. Op zijn minst zal het ego besluiten nemen en uitvoeren die gebaseerd zijn op een beperkt begrip. Op zijn ergst wordt het ego, als het op zichzelf staat, té zelfverzekerd en zal het slechte keuzes maken. In plaats daarvan moeten wij ziel en ego in partnerschap samenbrengen. We moeten de visie, het inzicht en de wijsheid van onze ziel omarmen, maar ook de capaciteiten van ons ego om deze aan te wenden voor creaties en resultaten.
Comments