De mens onderscheidt zich van de dierenwereld omdat hij een diepgaander bewustzijn heeft. De mens kan zich iets afvragen over zichzelf en de wereld waarin hij leeft. Er kan een verdeling gemaakt worden in ons zijn: de ziel en het ego.
Door de eeuwen heen is er gezocht naar een sluitende omschrijving van de ziel. Omdat de ziel tegelijkertijd zowel in je fysieke lichaam als in je geest leeft is dat heel lastig. Waar het nog het meest duidelijk wordt is dat wat wij als volwassenen waarnemen bij een pasgeboren baby. De baby is duidelijk een volwaardig mens met gevoelens, verlangens, temperament, intelligentie en humor. En alles wat de baby uitdrukt is krachtig en in principe positief. Het is meteen duidelijk dat de baby geen voordeel wil behalen ten koste van een ander. Daarom kunnen we de baby vrijwel altijd met vertedering benaderen.
Onze eigen ziel heeft dezelfde werking als bij het pasgeboren kind, of we nou volwassen zijn of niet. Alles wat wij vanuit onze ziel, onze essentie, benaderen brengen we tot leven. De ziel ziet en begrijpt het grote plaatje van het leven, brengt kwaliteit van leven. Haar diepste verlangen is haar grootste potentieel te kennen en te ervaren. Haar natuurlijke staat is creatie en evolutie. Ze gedijt bij avontuur, leren, ontdekken en groeien.
Het ego, aan de andere kant, manifesteert zich via je fysieke lichaam, je persoonlijkheid, je talenten en vaardigheden – de aspecten van jou die verbonden zijn met de stoffelijke wereld. Het is het deel van jou dat denkt, de buitenwereld ervaart en erop reageert, dat zaken organiseert, plannen maakt en dingen voor elkaar krijgt. De primaire verantwoordelijkheid van het ego is te zorgen dat jij overleeft. Het is zijn taak om er zeker van te zijn dat niets jouw welzijn bedreigt. Daarom gedijt het ego bij veiligheid, zekerheid en garanties.
Ondanks zijn grote verantwoordelijkheid voor jouw veiligheid en welzijn is het egobewustzijn beperkt tot wat beschikbaar is vanuit je zintuigen – wat het kan zien, horen, voelen, proeven en ruiken. Het is zich niet gewaar van er nog meer gebeurt. Het ego heeft alleen de beschikking over het rationele denkproces, en als de rationele geest iets niet kan zien of aanraken, zal het ego zeer sceptisch zijn over het bestaan ervan. Het ego wantrouwt alles wat niet concreet met de fysieke zintuigen kan worden ervaren. Daarom heeft het grote moeite te begrijpen dat er zoiets als een ziel bestaat.
Het ego begrijpt hoe deze wereld in elkaar steekt. Het weet alles over de regels en structuren van het dagelijks leven. Het ego weet echter niets van de onmetelijke, onzichtbare, onstoffelijke domeinen van bewustzijn. In feite is het daar erg bang voor, omdat ze voor hem volkomen onbekend zijn. De ziel daarentegen, weet niets van de regels en structuren van het dagelijks leven, maar is helemaal thuis in de uitgestrektheid van de mogelijkheden en in het verkennen van het onbekende. Zonder het ego als de stoffelijke component van ons wezen, kan de ziel niet in het stoffelijke domein leven. En zonder de expansie van de ziel ontbreekt het aan geïnspireerde richting voor het ego. Daarom heeft de ziel het ego nodig - om ervaring in de stoffelijke wereld op te doen. En het ego heeft de ziel nodig – voor het ‘grotere plaatje’ van het geheel.
Met een duidelijker beeld van je ziel kun je leren deze leidend te laten zijn in je leven. Je kunt van daaruit je ego leren vertrouwen te hebben, niet bang te zijn.
Het is aan de ziel het ego te voeden en te helpen groeien en rijpen. Het is aan de ziel om de grootste vaardigheden en capaciteiten van het ego te herkennen en te erkennen, diens verdere ontwikkeling te stimuleren en het op te roepen om in dienst te staan van iets groters.
Terwijl het ego tot rijping komt bloeit het in zijn grootsheid en realiseert het zijn volledige potentieel als partner bij niet alleen de krachtige creatie van jouw leven, maar ook bij het afleveren van jouw unieke geschenken aan de wereld.
Je bent deze manier van denken over het ego misschien niet gewend. Wanneer we ons echter openstellen voor ons grootste potentieel, dan kan dat potentieel alleen volledig verwezenlijkt worden als onze open ziel zich inzet en een krachtig en weergaloos ego de ziel dient. Het is cruciaal dat de ziel de weg wijst omdat zij over het perspectief van het grotere geheel beschikt. Omdat de ziel in het bewustzijn van het grotere plaatje leeft kan zij met helderheid en bescheidenheid leiding geven. Figuurlijk gesproken zal de ziel de kapitein op het schip moeten zijn; het ego vormt haar bekwame bemanning. De ziel heeft gevoel voor visie en richting en het ego weet die visie in praktijk te brengen. Maar wanneer het ego de ziel als kapitein overneemt, komen we in moeilijkheden. Op zijn minst zal het ego besluiten nemen en uitvoeren die gebaseerd zijn op een beperkt begrip. Op zijn ergst wordt het ego, als het op zichzelf staat, té zelfverzekerd, en zal het slechte keuzes maken. In plaats daarvan moeten wij ziel en ego in partnerschap samenbrengen. We moeten de visie, het inzicht en de wijsheid van onze ziel omarmen, maar ook de capaciteiten van ons ego om deze aan te wenden voor creaties en resultaten.
Tijdens Rebalancing sessies speelt bovenstaande altijd. Enerzijds gaat het over de spanningen die het ego oproept – met bijbehorende fysieke en/of psychische klachten - en anderzijds over het zoeken naar het verlangen van de ziel.u kunt ook meerdere indelingen gebruiken.
Comentários